
De afgelopen jaren is er een intensief debat gevoerd tussen Uber en vakbond FNV over de arbeidsstatus en werkomstandigheden van Uber-chauffeurs. Centraal in deze discussie staat de vraag of deze chauffeurs als zelfstandige ondernemers (zzp’ers) of als werknemers moeten worden beschouwd, en de bijbehorende arbeidsvoorwaarden.
Recente acties van chauffeurs
In februari 2025 hebben Rotterdamse Uber-chauffeurs hun onvrede geuit over de lage tarieven en werkomstandigheden door een opvallende actie te organiseren. In plaats van ritten te accepteren, namen zij deel aan een zaalvoetbaltoernooi genaamd de ‘Leefbaar Inkomen Cup‘. Tijdens dit toernooi, dat plaatsvond op een zondagmiddag, accepteerden de naar schatting zestig tot zeventig deelnemende chauffeurs geen enkele rit. Met deze actie wilden zij aandacht vragen voor de lage tarieven en de functie ‘Tripradar’ in de Uber-app, die volgens hen leidt tot gevaarlijke situaties doordat chauffeurs tijdens het rijden snel ritten moeten accepteren om deze niet mis te lopen.
Eerder, in juli 2024, voerden Rotterdamse taxichauffeurs al actie tijdens een Uber-evenement bij het Feijenoord Stadion. Zij uitten hun zorgen over verslechterde werkomstandigheden en het gebrek aan dialoog met Uber over belangrijke kwesties zoals een leefbaar inkomen, communicatie en verkeersveiligheid, en ook hier weer was de Tripradar-functie onderdeel van de zorgen.
Achtergrond van het conflict
Het conflict speelt al geruime tijd. In december 2020 daagde FNV Uber voor de rechter, met het argument dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. De vakbond stelde dat Uber zich in feite als werkgever gedraagt door te bepalen welke chauffeurs en auto’s tot het platform worden toegelaten, de tarieven vast te stellen en de prestaties van chauffeurs te controleren. Volgens FNV missen de chauffeurs hierdoor essentiële werknemersrechten, zoals een vast loon en ontslagbescherming.
Rechterlijke uitspraken en gevolgen
In september 2021 oordeelde de rechtbank in Amsterdam dat Uber de chauffeurs als werknemers moet behandelen en dat zij onder de cao Taxivervoer vallen. De rechter concludeerde dat de relatie tussen Uber en de chauffeurs voldoet aan alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst, onder andere door de gezagsverhouding die voortvloeit uit het door Uber gehanteerde algoritme.
Uber gaf aan in beroep te gaan tegen deze uitspraak, met het argument dat de meeste chauffeurs de flexibiliteit van het zelfstandig werken waarderen en geen behoefte hebben aan een dienstverband.
Europese ontwikkelingen
Op Europees niveau is er eveneens aandacht voor de positie van platformwerkers. In december 2022 nam de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken in het Europees Parlement een standpunt in tegen schijnzelfstandigheid bij platformbedrijven. Dit standpunt benadrukt dat platformbedrijven hun werkers niet onterecht als zelfstandigen mogen classificeren en dat echte zzp’ers niet als werknemers behandeld moeten worden. Een belangrijk aspect hierbij is de omkering van de bewijslast: platformbedrijven moeten aantonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Conclusie
De dialoog tussen Uber en FNV over de positie van chauffeurs heeft geleid tot belangrijke juridische uitspraken en verhoogde aandacht voor de rechten van platformwerkers. Recente acties van chauffeurs, zoals de ‘Leefbaar Inkomen Cup’ in Rotterdam, benadrukken de aanhoudende onvrede over lage tarieven en werkomstandigheden. Hoewel er stappen zijn gezet richting erkenning van chauffeurs als werknemers, blijft de praktijk weerbarstig en is verdere actie en handhaving noodzakelijk om daadwerkelijke veranderingen te realiseren.
Advies nodig?
Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u weten wat deze veranderingen voor u gaan betekenen? Wij helpen u graag, zowel in het Nederlands als in het Engels.
Indien u via ons online contactformulier of ons e-mailadres: info@noordamadvocatuur.nl, contact opneemt, bespreken wij graag met u hoe wij u van dienst kunnen zijn.